Ons Kerkgebouw

Weggestopte schuur wordt kerk

In 1636 koopt een aantal doopsgezinden een schuur achter het huis “daer ’t witte lammeken vuytsteeckt” in de Weststraat in Aardenburg. Het is wellicht een houten schuur. Op het eind van de zeventiende eeuw kopen ze ook het belendende woonhuis.

 In 1792 wordt het vermaanhuis verbouwd. De ongetwijfeld vlakke, donkere en betrekkelijk lage zoldering wordt incluis de kap en de trekbalken waar de dakconstructie op rust, vervangen. Onder het nieuwe witgestucte plafond komen relatief lichte en sierlijk bewerkte balken te liggen. Ze vormen met het dan ook aangebrachte gestuct wit lam nog steeds een architectonisch geheel.

Kopieën van foto’s, gemaakt tussen 1882 en 1888, tonen een vloer uit grote, blauwzwarte tegels in Namense steen. In 1913 komt er naar een ontwerp door J. Kooreman een geheel nieuwe inrichting, bevloering en betimmering in Amerikaans grenen. De oude tegels zijn hoogstwaarschijnlijk onder het houten plankier verdwenen. Ze zijn enkel nog te zien in het kleine portaaltje achter de oude ingangsdeur.

De ramen voorzien van de oorspronkelijke glas-in-lood beglazing maken medio jaren vijftig van de vorige eeuw plaats voor houten kozijnen. De ramen aan de achterzijde worden dichtgemetseld. Het meubilair is onmiskenbaar doopsgezind. Rondom langs de muren staan de banken voor de broeders met in het midden een blok stoelen voor de zusters. Voor de toenmalige preekstoel met klankbord, die van voor 1792 dateert, staat een bank waarop de lessenaar van de voorzanger is bevestigd. 

In 1887 tekent architect K. Stoffels een ontwerp voor de vernieuwing van het voorhuis. De oude topgevel moet plaatsmaken voor een neogotische voorbouw met torentje.

Het Lam

In het gebouw zijn drie afbeeldingen van het lam te zien. Ze herinneren aan de naam van de kerk zoals die ook in het lakzegel van de gemeente staat: “De Kerck Het Lam Tot Aerdenburgh”. Het Lam is dus geen verwijzing naar het Lam Gods uit de bijbel.

De kleine gevelsteen met een lammetje boven de ramen aan de achterzijde van de gemeentekamer is wellicht de oudste. Verder is er aan het einde van de gang naar de deur van de schuilkerk een gevelsteen met een lam met in een lint het opschrift “De kerck het Lam”. De derde afbeelding bevindt zich in de kerk aan het plafond boven het orgel. In het stucwerk is een lam met rode oortjes aangebracht.

Gevelsteen Aardenburg Anno 1662

Sinds 2000 siert een marmeren gevelsteen met het reliëf van Aardenburg de voorhal van de doopsgezinde kerk. Aanvankelijk gaan deskundigen er vanuit dat het reliëf eind zeventiende eeuw is gemaakt. Het bijschrift ‘Aardenburg Anno 1662’ rechtvaardigt die stelling. Maar historicus D. de Vries uit Oostburg komt, na naarstig zoeken, tot een andere conclusie.

 Omstreeks 1632 vestigt textielhandelaar Christiaen van Eeghen zich vanuit het Vlaamse Kortemark met zijn gezin in Aardenburg. Hij wijkt naar Staats-Vlaanderen uit vanwege zijn doopsgezinde geloofsovertuiging. In Aardenburg zet hij zijn zaak voort. Er ontstaan contacten met handelaren in Hollandse steden zoals Haarlem en Amsterdam.

 Vanaf 1662 beproeft zijn oudste zoon Jacob zijn geluk in Amsterdam, een wereldstad met ongekende mogelijkheden. Daar legt Jacob de basis voor het later bekende handelshuis Van Eeghen. Zo nu en dan verblijft hij in Aardenburg, waar het economisch niet voor de wind gaat. Hij zoekt er familie op en bezit er huizen en enkele boerderijen. Vanuit Aardenburg onderhoudt hij betrekkingen met textielhandelaren in Vlaanderen. Jacob van Eeghen overlijdt in Aardenburg in 1697.

Een nazaat van deze Jacob, de bankier Anne Willem van Eeghen, geeft bij de bouw van zijn Amsterdamse villa in 1867-1868 opdracht voor het maken van een gevelsteen die een getrouw beeld moest geven van Aardenburg in de zeventiende eeuw. Een prent uit L. van den Bos, Tooneel des Oorlogs (Amsterdam, 1675) van de berenning van Aardenburg door de Fransen in 1672 dient als voorbeeld. Toch heeft het ‘Anno 1662’ niets te maken met de aanval van Franse troepen op Aardenburg, zoals wordt verondersteld. Het staat voor het jaar waarin Jacob van Eeghen vanuit Aardenburg naar Amsterdam verhuist.

Anne Willem woont slechts een twintigtal jaar in zijn herenhuis aan de Amstel. Het pand krijgt diverse andere eigenaren en wordt in de jaren zestig van de vorige eeuw gesloopt. Mevrouw Hogervorst-Roodenburgh geeft de slopers tweehonderd gulden en redt zo de gevelsteen. Ze laat de de steen inmetselen boven de schoorsteenmantel van haar woning in Den Haag. Haar dochter besluitt in 1997 de haardsteen te verkopen en biedt de steen aan aan de gemeente Sluis-Aardenburg. Die koopt het reliëf, vanwege zijn grote historische en artistieke waarde.

Het is de bedoeling om de steen een goede plek in de Sint-Baafskerk te geven, maar daar heeft Monumentenzorg bezwaar tegen. Ook het plaatselijke archeologische museum wil de steen niet opnemen, omdat het niet in de collectie paste. Dan komt de doopsgezinde kerk in beeld. Het blijkt de enig juiste plaats, omdat het reliëf de band verbeeldt tussen de doopsgezinde gemeente Aardenburg en de doperse familie Van Eeghen.

In de Doopsgezinde Bijdragen, (nieuwe reeks 34, 2008, pagina 21-32. ISSN0167-0441, ISBN978-9087041090) kunt u alles uitgebreider nalezen.

Het Schumacherorgel

 Doopsgezinden hechtten veel waarde aan zang en muziek in hun bijeenkomsten. Denk maar aan de honderden liederen die gebundeld zijn in hun liedboeken. Tot 1872 wordt gezongen zonder begeleiding, want pas dat jaar krijgt de kerk een harmonium omsloten door een orgelkast met balustrade. De Vlaamse orgelbouwers Loret leveren het geheel. De kast is een ontwerp van de Nederlandse architect en ingenieur Cornelis Outshoorn, onder meer bekend van het Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam. In 1933 komt er een orgel voor in de plaats, gebouwd door de orgelfabriek Spiering in Dordrecht.Zo’n veertig jaar later wordt dit orgel verkocht.

Sinds 2013 staat in de kerk orgel in 1988 gebouwd door Schumacher Orgelbau uit Eupen (België). Het orgel heeft 2 manualen en een pedaal en omvat 10 registers. Het is geïntoneerd op basis van de Neidhardt III -barokstemming. Bij de plaatsing van dit instrument is aandacht besteed aan de positionering, daardoor bleek een kleine aanpassing van het interieur noodzakelijk. Het geheel harmonieert op een toch wel bijzondere wijze.